BITCHES BREW 30.1.2021 20-22u PIANO

In het jongste nummer van Jazz & Mo’ (gratis te vinden in de Bib) schrijft Maarten Weyler in een interessante column, ‘Soleren – een stiel apart’, over waar het in de jazz om draait: de geïmproviseerde ‘solo’. Alleen dat laatste woord al, wijst op een misverstand: een ‘solo’ wordt zeer zelden alleen gespeeld. Jazz is in de eerste plaats, en vergeleken met alle andere muziekstijlen, een interactief groepsgebeuren. Het is wellicht onze super-geindividualiseerde cultuuromgeving die die waarheid nogal verdringt. Ik aarzel altijd om na een ‘solo’ obligaat mee te applaudiseren, en van de wederomstuit, net helemaal niet na het einde van een afgewerkt stuk. Een ‘solo’ is slechts interessant als je het solo-instrument in relatie tot de ‘begeleidende’ instrumenten beluistert. Als je de jazz-historici mag geloven, dan was de oorspronkelijke jazz – in New Orleans, dus – zelfs collectief geïmproviseerd ! Dhr. Weyler gaat vervolgens diep in op het begrip ‘improvisatie’. Zijn al die ‘solo’s’ wel zo losjes uit de hand, vrij, op het moment zèlf bedacht ? Niet noodzakelijk, blijkt. ‘Je put immers altijd uit je vocabularium’, dat je steeds probeert te vernieuwen, en dat is ergens eindig.’, schrijft hij. Ik denk dat hij daar gelijk in heeft. Het is een beetje zoals dit artikel schrijven. Ik doe dat rechtstreeks en zuig het eigenlijk uit mijn duim. Maar het is natuurlijk niet de eerste keer dat ik daar over nadenk. Maar …. nu even nadenken … wel degelijk de eerste keer dat ik erover schrijf. You get my drift ?!

Om Miles weer eens te nemen … na vele tientallen jaren luisteren naar zijn letterlijk honderden albums, kan ik gerust stellen dat hij in elk geval wèl improviseert maar je hoort ook dat hij vertrekt van een aantal ‘licks’, zoals dat heet. Bouwstenen, dus, en als je dan de verschillende versies van bepaalde thema-composities na mekaar hoort, hoor je ook dat die solo’s soms langzaam, soms razendsnel evolueren. Afijn, zo maar enkele gedachten bij het artikel van Maarten. Voor hem is zijn ‘quasi meest favoriete solo’ die van Herbie Hancock in de track ‘There Is No Greater Love’ op het album ‘Four & More’ van het Miles Davis Quintet, live opgenomen in het Lincoln Center, NYC in februari 1964. Het was een benefietavond voor de NAACP, maar Miles had nagelaten zijn muzikanten te vertellen dat ze niet gingen betaald worden. Ze waren dus enigszins kwaad toen ze het podium opstapten, en dat zou, zo wil de legende, gezorgd hebben voor extra vuur en gensters. Het werd in elk geval een wel degelijk legendarisch concert, dat in zijn geheel op 2 albums werd uitgebracht.

Met die track beginnen we onze run vanavond, over de 88 toetsen in de jazz. Met muziek van Thelonious Monk, Cecil Taylor, Andrew Hill, Charles Mingus, Chick Corea, Nicky Hopkins, Brad Mehldau, Kris Davis, Kaja Dreksler, Bobo Stenson ….

Meer lezen: Herbie Hancock (with Lisa Dickey), ‘Possibilities‘, Penguin/Viking, NYC, 2014, 344 p.